
- Dolfijnen
Dolfijnen horen bij de walvisachtige.
Er zijn twee soorten walvisachtige: baleinwalvissen en
tandwalvissen.
Baleinwalvissen heten zo omdat
ze geen tanden in hun bek hebben, maar draden. Ze eten dan
ook plankton en kleine vissen die ze met de draadjes op
kunnen eten. Tandwalvissen
hebben wel tanden in hun bek, daarom heten ze ook
tandwalvissen. De dolfijn hoort ook bij de tandwalvissen.
Tandwalvissen kunnen heel klein, 120 cm (de heaviside
dolfijn) tot wel 70.000 kg (de potvis).
Nog meer dieren die onder de walvis
vallen zijn de potvis, orka, tuimelaar dolfijn en de
bruine vinvis.
Dolfijnen zijn zoogdieren en zijn
niet behaard. Dit zou ook lastig zijn bij het zwemmen.
Soms kun je wel wat haren zien op de neus.
Soorten
Er zijn tientallen soorten dolfijnen.
Bijvoorbeeld de spitssnuitdolfijn, dolfijn van Cuvier,
maar de bekendste dolfijn is de Tuimelaar. Deze dolfijn
kan wel dertig jaar oud worden en 650 kg zwaar en 4 meter
lang. De Tuimelaar komt ook voor aan de Europese
kust.

Er zijn ook onbekende dolfijnen zoals
de Shepard- en de Snaveldolfijn. Over deze dolfijnen is
weer heel weinig informatie.
Uiterlijk
Dolfijnen hebben zich aangepast aan
de zee. Je kan ze dan ook goed van andere dieren
onderscheiden. De meeste dolfijnen hebben drie soorten
vinnen: de borstvinnen; die
gebruiken ze om te sturen. De
rugvin: die dient om stabiel te blijven in het water.
De sterke staart: daar komen
alle voortbewegingen uit voor een sprong.
De neus, dat het blaasgat heet, zit
boven op hun hoofd. Dolfijnen ademen uit door omhoog te
spuiten. In het water kunnen dolfijnen niet ademen, daarom
moeten ze geregeld naar boven. Op het land kunnen
dolfijnen dus wel overleven. Dolfijnen kunnen heel goed
horen. Ze horen zelfs geluiden die voor mensen te hoog
zijn om te horen.
Een dolfijn heeft een lijf dat op een
torpedo lijkt, daardoor kunnen ze zich goed voortbewegen
in het water. Dolfijnen leven het meest aan het
wateroppervlakte. De meeste dolfijnen zijn onbehaard en
hebben blubber aan de onderkant van hun lijf voor de
isolatie.
Zintuigen
Dolfijnen kunnen niet ruiken. Proeven
kunnen dolfijnen wel. Ook kunnen dolfijnen goed horen en
zien. Zij hebben ook een sonar, dat wordt ook wel
echolocatie genoemd. Een sonar werkt zo: Dolfijnen maken
geluiden via het blaasgat op hun hoofd. Die geluiden komen
tegen een vis of een ander voorwerp aan. Dan kaatsen die
geluiden terug en worden via de onderkaak van de dolfijn
opgevangen. Via de onderkaak gaat het geluid naar het
middenoor. Zo weet de dolfijn hoe hij kan zwemmen en waar
de vis is.
Voedsel
Dolfijnen eten verschillende soorten
vis: haring, makreel, sprot, wijting en inktvis. Ze kunnen
gemiddeld 8 kilo vis per dag opeten. Een dolfijn heeft
ongeveer 100 tanden. Deze gebruiken ze om glibberige vis
te vangen. Als ze de vis hebben gevangen slikken ze deze
in een keer door. Een dolfijn heeft een kringspier achter
in zijn keel. Deze zorgt ervoor dat alleen de vis verder
gaat, het zoute water gaar dus niet naar binnen. De
dolfijn gebruikt ook de bewegingen van zijn tong om water
buiten te houden.
Een dolfijn kan zich niet verslikken,
omdat hij een aparte slokdarm en een aparte luchtpijp
heeft. Een dolfijn heeft 4 magen: een krompmaag, hierin
bewaart hij zijn voedsel als er bijvoorbeeld een hele
schol vissen langskomt, een echte maag en nog 2 kleine
magen.
Witte Dolfijn
Slapen
Dolfijnen slapen anders dan andere
zoogdieren. Ze moeten regelmatig naar boven komen om adem
te halen. Dolfijnen nemen daarom korte rustpauzes, waarbij
de ene hersenhelft rust en daarna de andere. Dolfijnen
kunnen nooit helemaal rusten. Zij rusten door op het water
te dobberen of heel langzaam te zwemmen. De ogen zijn dan
half gesloten.
Ademhaling
Een dolfijn ademt door het blaasgat
boven aan het hoofd. Omdat het blaasgat kort boven water
moet zijn, moet de ademhaling snel en krachtig zijn. Vaak
zie je dolfijnen water omhoog spuiten als ze boven water
zijn. Dit spuiten ontstaat door het temepratuur verschil
van de uitgeademde lucht en de omgevingstemperatuur. Onder
water wordt het blaasgat afgesloten met een soort klepje.
Tuimelaar dolfijnen kunnen een kwartier onder water
blijven, maar er zijn dolfijnen die zelfs een uur onder
water kunnen blijven.
Training
In het Dolfinarium houden ze zo veel
mogelijk rekening met de manier waarop ze zich in de vrije
natuur gedragen. Tuimelaar dolfijnen hebben bijvoorbeeld
een van nature speels en gierig karakter. De communicatie
tussen de trainer en de dolfijn gaat via handgebaren en
lichaamstaal.
Dolfijnen in de natuur verschillen
veel van dolfijnen in gevangenschap. Dolfijnen in
gevangenschap kunnen soms agressief worden, omdat ze te
weinig vrijheid hebben. Toch leggen de meeste dolfijnen
zich er vaak bij neer, omdat ze het in de vrije natuur
vaak nog erger hebben door de milieuvervuiling in de
zee.
Geboorte
Een dolfijn is polygaam, dat betekent
dat ze elke keer een andere dolfijn zoeken. Toch zijn de
familiebanden heel sterk en helpen ze elkaar als er
moeilijkheden zijn. Na 12 maanden wordt het jong
geboren.
De geboorte vindt in een andere
volgorde plaats dan bij andere zoogdieren. Eerst komt de
staart en dan het hoofd, soms kan eerst het hoofd komen,
het gevaar is dan dat hij wil ademhalen en dan verdrinkt
hij. De moeder lijdt het jong na de geboorte meteen naar
boven, de tantes van het jong zwemmen er ook omheen, omdat
er bij de bevalling bloed in het water kan komen en als de
haaien dat merken willen ze het jong opeten. In het begin
is er bij het jong een bobbeltje te zien waar de
navelstreng heeft gezeten. Langzamerhand wordt dit een
deukje (de navel).
Een jong heeft een aantal strepen op
zijn rug. Dit komt omdat een jong opgevouwen heeft gezeten
in de baarmoeder. De eerste periode na de bevalling blijft
heet spannend. Het is belangrijk dat de moeder haar jong
goed verzorgt. Het jong wordt snel ziek. Na de geboorte is
het altijd afwachten hoe de moeder het jong beschermt en
hoe de andere dolfijnen reageren.
Als het jong groter wordt en ouder
word het steeds sterker en zelfstandiger en gaat dan op
onderzoek uit. Na een paar weken mogen de andere dieren
bij het jong komen en hem in een slipstream nemen. Dat
betekent dat het jong met andere dolfijnen mee mag
zwemmen.
10. Vijanden
De grootste vijand van de dolfijn is
de mens. Dat komt omdat de mensen allemaal troep in het
water gooien. Als de mens aan het vissen is, raakt de
dolfijn vaak verstrikt in de netten van de vissers. De
Orka en de Haai zijn natuurlijke vijanden van de dolfijn.
Ook wordt een dolfijn door de mens gevangen om als aas te
dienen voor de
haaienjacht.